Als gezin zijn we een systeem. Als we bezig zijn met het kind of ouder kan het snel beter gaan maar als zij weer thuis komen lijkt het net of er niets veranderd is. Dan beginnen oude patronen zich weer aan te dienen. Daarom is het belangrijk om samen te kijken wat er beter kan en hoe er op elkaar gereageerd wordt. Door het lichaam in te zetten kunnen we de gedragspatronen meteen omzetten in nieuw gedrag.
In de familytrajecten kijken we wat het gezin nodig heeft. Soms zijn er kleine aanpassingen al genoeg om een gezin weer een gezin te laten zijn. Soms is er iets meer zorg nodig. Dan kijken we naar elk individu wat iedereen zelf nodig heeft om weer goed in een gezin te kunnen functioneren.
We bieden twee soorten trajecten aan voor gezinnen. Soms gaan deze ook gepaard met samenwerking binnen de Jeugdzorg, school of andere ondersteuners.
Familytraject 1 is 9 uur vrij in te delen binnen het gezin.
Familytraject 2 is per persoon 2 trainingen van 1.5 uur met 1 gezamenlijke training.
We bekijken eerst wat de hulpvragen omtrent het gezin is en of er al interne hulp aanwezig is. Dit is belangrijk zodat het gezin zo min mogelijk belast wordt.
Voorbeeld uit de praktijk:
Moeder en dochter. Lopen de laatste 3 jaar al flink tegen elkaar aan.
“Ik snap niet wat dit zou moeten veranderen”. Ik lach en ik knik. In de tienerjaren probeer ik nooit echt uit te leggen wat we doen. Ik laat het liever zien wat er in de trainingen plaats vindt.
Moeder zit met haar handen in het haar. “Ik heb echt alles geprobeerd, niets helpt. Ze luistert niet, ze is onbeschoft en doet wat ze zelf wilt”. Ik zie de haar dochter naar beneden kijken en zichzelf onderuit in de stoel zakken. “Zie je wat er net gebeurde?” Vroeg ik moeder vriendelijk. “Nee, wat had ik moeten zien dan?”.
Dochter kijkt op en kijkt me verbaasd aan. “Wat doet dit met je als je moeder mij dit op deze manier vertelt?” Ze neemt even adem en ik zie dat haar ogen vollopen. “Ik, ik weet niet echt wat je bedoelt”. Ik blijf haar even stil aankijken. Ze probeert opnieuw haar plek te vinden in de stoel. Ze wordt onrustig en begint te huilen. Moeder schrikt ervan en slaat haar hand voor haar mond. Ze begint nu zelf ook te huilen. Ik blijf me in de stilte bevinden om te zien hoe zij opnieuw in verbinding komen.
“Ik, ik zie jou niet hè?” Moeder slikt haar tranen weg en gaat dichter bij haar dochter zitten. Haar dochter begint nu nog harder te huilen. “Ik doe hetzelfde als mijn moeder, ik dacht echt dat ik de dingen anders deed, dat ik dingen doorbroken had.” Ik kijk haar aan en pak haar hand vast. “Het is ok, het is nu gewoon de tijd om het echt te veranderen, vanuit het lichaam waar het opgeslagen zit. Hoe graag we ook anders willen, we veranderen pas door te doen.”
Na de training krijg ik van haar dochter een hele dikke knuffel. “Nu snap ik het en voel ik het voor het eerst. Ik zie mijn moeder en en zij ziet mij nu echt”.